Inleiding
Voor u ligt de programmabegroting 2022, inclusief het financieel meerjarig perspectief voor de daarop volgende drie jaren. Deze begroting kent weinig nieuw beleid. De afgelopen jaren is uitgegaan van het Bestuursakkoord Samen Ommen dat vrijwel geheel is uitgevoerd of in uitvoering is, al zijn er door de Coronapandemie wel vertragingen ontstaan. De Perspectiefnota 2021, als vervolg van de raadsmotie “Ommen er bovenop” gaf nog extra opdrachten, waar onder het anticyclisch investeren. Met het doorvoeren van de aanbevelingen van bureau Berenschot is daar de ruimte voor gevonden en zijn de betreffende maatregelen inmiddels verwerkt in de begroting en/of de meerjarencijfers. Een andere reden voor het college om nu terughoudend te zijn met voorstellen voor nieuw beleid is het gegeven dat in maart 2022 raadsverkiezingen worden gehouden en de nieuwe raad in de gelegenheid moet worden gesteld nieuw beleid vast te stellen.
Het financiële beeld voor de komende jaren is ondanks de Rijksbezuinigingen en de Coronapandamie redelijk goed, Ommen is een financieel gezonde en stabiele gemeente. Er is sprake van een structureel overschot op de begroting en de algemene reserve is met circa € 20 miljoen ongeveer 6x de benodigde weerstand. De effecten van de Coronacrisis zijn nog steeds niet bekend; reden voor het college om blijvend een bedrag in de weerstandreserve op te nemen. Er is nog steeds onzekerheid over de Rijksbijdrage voor de komende jaren, omdat de voorgenomen herverdeling van het gemeentefonds nog niet is vastgesteld. Wel is een voorlopige berekening gemaakt die voor Ommen, anders dan verwacht, positief uitvalt. Dit najaar wordt hierover na advies van de Raad van Openbaar Bestuur de VNG geconsulteerd. Of het huidige kabinet of een volgend kabinet de herverdeling voor 1 januari a.s zal vaststellen is ongewis.
Met het rapport van het bureau Berenschot is niet alleen gezocht naar financiële ruimte, maar ook naar gerichte adviezen om een kwaliteitsslag in de in 2019 nieuw gestarte begrotingsposten door te voeren. Hiermee en met het “opschonen” van oude posten en kostensoorten is de begroting toegankelijker en transparanter geworden. Dit proces is in deze begroting verder doorgezet, ook na consultatie van de financiële werkgroep van uw raad. Voor de volgende begroting leeft nog de wens om meer focus aan te brengen in het gebruik van indicatoren. In samenspraak met de financiële werkgroep willen wij daar invulling aan geven.
Opzet en vorm
Qua opzet wijkt de begroting 2022 niet af van die van 2021. Inhoudelijke keuzes voor 2022 zijn in de vorm van concrete acties, verdeeld over vier programma’s: Bestuur & Bedrijfsvoering, Omgevingskwaliteit, Economie
en Samenleving , inclusief de (voor verantwoording toch al wettelijk verplichte) IV3 taakveldindeling. Bij de laatste drie programma’s verbinden we de concrete acties aan in totaal tien bestuurlijke prioriteiten, zoals u ziet in dit plaatje:
Deze opzet en vorm van de huidige begroting is aangepast aan de nieuwe digitale vorm. De digitale begroting is voor het eerst in 2020 gerealiseerd, is eenvoudiger en sluit goed aan op de totale P&C cyclus. Ook dit jaar is de begroting volledig digitaal.
Als sluitend systeem met beleid
We willen dat beleid en begroting een sluitend systeem vormen, zodat de financiële gevolgen van ons beleid helder zijn. De beleidsbepalende en controlerende rol van de raad krijgt hierdoor gemakkelijker en gerichter vorm en voor de planning is directe koppeling met de Lange Termijn Agenda (LTA) mogelijk. Om beleid en begroting sluitend te maken, koppelden we in deze begroting wederom de taakvelden onder de programma’s aan de speerpunten van ons beleid (voortvloeiend uit vastgestelde beleidsdocumenten, gekozen beleidsintensiveringen en wijzigingen of nieuw beleid vanuit de Perspectiefnota, overeenkomstig onze begrotingsdoctrine).
Het algemene beeld
Deze begroting toont een structureel sluitende meerjarenbegroting met ontwikkelruimte. De ruimte was al aanwezig in de thans aan u voorgelegde meerjarenbegroting en is aangevuld door de uitkomsten van de septembercirculaire 2021. De verdere ontwikkelruimte vloeit naar alle waarschijnlijkheid voort uit de herverdeling van het gemeentefonds, waar de gemeente een positief resultaat van verwacht. Omdat we ook een gezonde algemene reserve hebben kunnen we spreken van een stevige en bestuurlijk basis en zijn we ook in staat tegenvallers in voldoende mate op te vangen. In een periode van onzekerheid door bijvoorbeeld de Coronapandemie vormt dit een goede positie, die we als basis willen behouden. Daarom adviseert het college om koersvast, maar behoedzaam te opereren.
In 2014 heeft Ommen een begrotingsdoctrine vastgesteld. Deze omvatte de volgende punten:
1. De begrotingscyclus omvat vier jaren, waarbij het beleidsmatige en financiële kader elk jaar wordt bepaald in de kadernota. Dit wordt jaarlijks uitgewerkt in de programmabegroting. Afwijkingen worden twee keer in het jaar verantwoord in bestuursrapportages. De uiteindelijke inhoudelijke en financiële verantwoording vindt plaats bij de jaarrekening. Inmiddels is de begrotingscyclus zo ingericht.
2. De begroting gaat uit van de volgende richtlijnen:
- de begroting is elk jaar meerjarig sluitend. Inmiddels is dat steeds het geval.
- de weerstand wordt berekend aan de hand van alle voorziene risico's en opgenomen in een toereikende algemene reserve. Inmiddels wordt jaarlijks de weerstand berekend. Thans is deze € 3,3 miljoen inclusief extra buffer van € 1,1 miljoen voor onder andere Corona. De voorziene algemene reserve van ruim € 20 miljoen (per 1 januari 2022) is dus ruimschoots toereikend.
- tussentijdse wijzigingen vinden slechts plaats indien ze onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn, daarbij worden overschotten/tekorten niet tussentijds gecompenseerd. Inmiddels is de eis van zowel onvermijdelijk als onuitstelbaar niet erg reëel gebleken. Wel is deze richtlijn vertaald naar de beide bestuursrapportages, waarbij de gemeenteraad afwijkingen voorgelegd krijgt.
- de netto schuldquote bedraagt hooguit 130% van de begroting. Inmiddels is in het nieuwe bestuursakkoord de maximum norm verlaagd naar 100%. De afgelopen jaren heeft Ommen hier steeds aan kunnen voldoen en ook thans is dat nog het geval.
- budgetoverhevelingen worden aan de gemeenteraad voorgelegd ten tijde van de tweede bestuursrapportage. Inmiddels is dit bestendige praktijk.
- kapitaallasten worden bepaald op grond van actuele meerjarenramingen. Inmiddels is dit bestendige praktijk.
De begrotingsdoctrine 2014 heeft naar het oordeel van het college goed uitgewerkt.
De septembercirculaire van het Rijk is in deze begroting verwerkt, maar de bijdrage van het Rijk voor de komende jaren is, als eerder aangegeven, allerminst zeker. De verwachte effecten van de herverdeling van het gemeentefonds worden mogelijk in december 2021 bekend gemaakt. Daarnaast is het nog gissen wat de structurele effecten van het coronavirus meerjarig zullen zijn. De uitgaven in het sociaal domein (jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen) blijven ook onzeker en kunnen ook beïnvloed worden door de neveneffecten van het coronavirus. Bijvoorbeeld in de vorm van meer werkloosheid of maatschappelijk ondersteuningsvraagstukken. Daarop zullen wij anticiperen ook vanuit de transformatieagenda en anders omgaan met de beschikbare middelen. Op deze wijze blijven wij ons inzetten voor onze prachtige gemeente en haar inwoners.
Procesplanning
De planning voor de behandeling van deze begroting ziet er als volgt uit:
| 12 oktober |
---|---|
| 14 oktober |
| 4 november |
| 11 november |
Wij stellen u voor conform het vaststellingsbesluit te besluiten tot vaststelling van de programmabegroting 2022 en de (meerjaren) begroting 2023-2025. Daarmee machtigt uw raad ons college uitvoering te geven aan het begrotingsjaar.
Wij zien uit naar de bespreking van deze begroting door en met uw raad.
Ommen, 28 september 2021
Burgemeester en wethouders van Ommen,
Secretaris, J.W.H. Blaauw | Burgemeester, mr. drs. J.M. Vroomen |
---|